In de natuur is bekend dat ijsvogels en oeverzwaluwen vaak oudere broedbuizen steeds weer opnieuw gebruiken. Dit type broedbuizen wordt sinds tientallen jaren met succes toegepast.
Broedbuizen zijn daar aan te raden waar ijsvogels en oeverzwaluwen de buizen niet zelf kunnen graven. Dit is onder de volgende omstandigheden het geval:» bij zeer steenachtige steile wanden » bij extreem doorwortelde steile hellingen » in oevermuren » in kunstmatig opgeworpen of soortgelijk gebouwde steile wanden
Materiaal Ademend en temperatuurregulerend lichtbeton, verhindert vorming van condenswater in de broedruimte.
Vormgeving De onderkant van de bodem heeft een fijnmazig vlechtwerk, dat binnendringen van knaagdieren verhindert. De broedruimte wordt van bovenaf met een deksel afgesloten.
Broedgedrag ijsvogel De ‘vliegende edelsteen’, de ijsvogel, heeft de gewoonte om eerste en tweede broedsels in verschillende buizen uit te voeren. Daarom is het aan te raden twee broedbuizen in dezelfde steile wand te integreren. De afstand moet echter ten minste 70 cm bedragen.
Broedgedrag oeverzwaluw Deze soort vormt langs natuurlijke waterstromen of natuurlijke steile kusten, maar ook in ‘biotopen uit de tweede hand’, zoals bijv. kiezel- en leemgroeven, kolonies van nooit minder dan een dozijn broedparen.
Buitenafmeting gang L 58 x B 12,5 x H 15 cm.
Broedkom buiten L 26 x B 26 x H 17 cm.
Broedkom binnen L 22 x B 22 x H 14 cm.
Gewicht ca. 10 kg.