(bijv. kasten nr. 4, nr. 5, nr. 28, nr. 29, 2TF, 2CM)
Aanbevolen ophanghoogte ongeveer 4 tot 6 m. Deze kasten worden snel- ler geaccepteerd, wanneer in de voorgevormde bodembak een dikkere laag schaafspanen, houtmolm of zaagmeel wordt gestrooid (niet bij kauw). Voor holenduiven of ruigpoot- en bosuil is het raadzaam op een oppervlakte van 50 ha één tot twee kasten op te hangen. Dit is dan een minimum aan nestkas- ten, waarover dan in het voorjaar gewoonlijk een heftige concurrentiestrijd losbarst. Een verhoging van de nestkastdichtheid belooft een groter succes ter voorkoming van ‘schadelijke insecten’.